Wanneer je een auto met ernstige schade (een zogenoemde WOK-auto) importeert, moet je goed opletten op welk moment je BPM-aangifte doet. Doe je te vroeg aangifte, dan wordt deze aangifte niet geaccepteerd. Doe je te laat aangifte, dan betaal je fors meer BPM. De rechters van de Hoge Raad hebben de mogelijkheden beperkt. Het gevolg is dat het nu bijna onmogelijk is om korting te krijgen bij een forse autoschade.
De achtergrond Importeer je een gebruikte auto met schade, dan is deze minder waard dan een auto zonder schade. Het gevolg is dat je dan korting krijgt op de te betalen BPM. Om misbruik te voorkomen, mag je de BPM-korting pas berekenen op het moment dat de auto voldoende hersteld is om op de weg te mogen rijden en dus geen WOK-status meer heeft. Waar gaat het mis? Wanneer je een schade-auto koopt, is het vaak voordeliger om de auto in een keer te laten repareren. Je laat in dat geval niet alleen de hoogstnoodzakelijke schade herstellen zodat hij in ieder geval weer de weg op mag, maar vaak laat je direct de eventuele andere beschadigingen ook aanpakken. Het gevolg: de auto is na de uitgebreide reparatie weer als nieuw en de BPM-korting gaat in rook op. De praktijk Bij professionele importeurs is meestal wel bekend dat je op moet letten wanneer je wat laat herstellen. Meestal doen deze importeurs met toestemming van de Belastingdienst al aangifte op een moment dat de auto nog niet helemaal hersteld is, soms zelfs wanneer de auto nog helemaal niet op de openbare weg mag rijden. Hierdoor krijg je juist wel korting op de BPM. Het oordeel van de rechter De Hoge Raad zet een streep door deze gang van zaken: de schadekorting op de auto mag in het vervolg nog maar op twee momenten berekend worden 1. Op het moment dat een ongeregistreerde auto voor het eerst van de weg gebruik maakt; of 2. Op het moment dat de auto tenaamgesteld wordt. De auto verkeert dan meestal in “showroom staat”.
Uitspraak: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2021:415