
Autobedrijven die importauto’s via taxatie invoeren, ervaren steeds meer druk van de Belastingdienst. Er wordt gedreigd met forse BPM-naheffingen en juridische complicaties, met als doel bedrijven af te schrikken van de taxatiemethode en hen te sturen naar minder gunstige afschrijvingsmodellen. Dit wordt versterkt door het gebrek aan duidelijke regulering van taxateurs en de structurele vertekening van BPM-taxatiewaarden.
De Belastingdienst past hierbij een strategie toe die bekendstaat als ‘nudging’: een subtiele manier om gedrag te beïnvloeden zonder expliciete dwang. In plaats van taxatie expliciet te verbieden, probeert men autobedrijven te ontmoedigen via dreigende communicatie, extra controles en het in twijfel trekken van taxaties.
In dit artikel leggen we uit waarom autobedrijven wél recht hebben op taxatie als waarderingsmethode, hoe de Belastingdienst strategisch omgaat met controles en hoe bedrijven zich kunnen wapenen tegen onterechte naheffingen en de problematische erkenning van taxateurs.
2. BPM-taxatie: Wettelijk toegestaan en beschermd door Europese regels
Keuzevrijheid in taxatiemethoden
De wet biedt verschillende methoden om de restwaarde van een voertuig bij import te berekenen:
- Afschrijvingstabel – Standaard afschrijving op basis van leeftijd.
- Koerslijst – Cataloguswaarde met standaard correcties.
- Individuele taxatie – Fysieke beoordeling door een erkend taxateur.
- Vergelijkbare voertuigen – Benchmark met gelijksoortige auto’s.
Autobedrijven hebben wettelijk het recht om de methode te kiezen die voor hen het meest gunstig uitvalt. Dit is niet slechts een administratieve keuze, maar een fundamenteel recht dat is bevestigd door zowel de Hoge Raad als het Europees Hof van Justitie.
Artikel 110 VWEU: Bescherming tegen fiscale discriminatie
Artikel 110 VWEU bepaalt dat de belasting op een geïmporteerde gebruikte auto niet hoger mag zijn dan de resterende BPM die nog besloten ligt in de waarde van een vergelijkbare auto die al in Nederland geregistreerd is.
Recente uitspraken van de Hoge Raad bevestigen dat:
- De inspecteur actief de meest gunstige heffingsgrondslag moet toepassen als daar bewijs voor is (HR 24 maart 2023, ECLI:NL:HR:2023:440).
- Een BPM-taxatiewaarde mag afwijken van een koerslijst als deze objectief onderbouwd is (HR 2 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:147).
De Belastingdienst mag autobedrijven dus niet dwingen een minder gunstige methode te hanteren en heeft geen discretionaire bevoegdheid om taxaties willekeurig af te wijzen.
3. Nudging door de Belastingdienst: Hoe bedrijven zich kunnen verweren
De Belastingdienst past nudging toe door:
- Dreigementen met naheffingen en boetes als men vasthoudt aan taxatiemethodiek.
- Selectieve handhaving waarbij sommige bedrijven als voorbeeld worden aangepakt.
- Discutabele herinterpretatie van taxaties waarbij inspecteurs taxatierapporten in twijfel trekken.
Wat kunt u doen?
- Beroep doen op de wet en rechtspraak
- Verwijs naar artikel 110 VWEU en recente arresten van de Hoge Raad.
- Wijs erop dat de Belastingdienst geen discretionaire bevoegdheid heeft om taxatie te weigeren als deze correct is onderbouwd.
- Taxatierapporten extra zorgvuldig laten opstellen
- Werk alleen met taxateurs die realistische herstelkosten hanteren.
- Controleer of de taxateur zich bewust is van de vertekening in BPM-waardering.
- Bezwaar en beroep instellen tegen onterechte naheffingen
- Veel BPM-navorderingen worden in bezwaar of bij de rechter alsnog volledig of gedeeltelijk vernietigd.
- Maak gebruik van gespecialiseerde juridische bijstand.
- Samenwerken binnen de branche
- Collectieve actie door autobedrijven kan juridische en politieke druk opbouwen tegen onrechtmatige handhaving.
- Wees voorbereid op gesprekken met de Belastingdienst
- Laat u bij voorkeur bijstaan door een jurist of BPM-deskundige.
- Stel als voorwaarde dat het gesprek wordt opgenomen, bijvoorbeeld met Fireflies.AI, om een objectief en controleerbaar verslag te waarborgen.
4. Problematiek rond erkenning van taxateurs
Gebrek aan regulering en toezicht
Sinds de afschaffing van de gerechtelijke beëdiging in 2001 is de regulering van taxateurs volledig aan de markt overgelaten, wat heeft geleid tot een wildgroei van taxateurs zonder eenduidige kwaliteitsnormen.
Er zijn enkele private registers zoals:
- RETM (Register Experts en Taxateurs Motorvoertuigen)
- ROTA (Register Onafhankelijke Taxateurs Auto’s)
- VRT (Verenigd Register van Taxateurs, gelieerd aan NIVRE)
- TMV (Taxateurs en Makelaars in Roerende Zaken)
Deze registers hebben geen wettelijke status en verschillen sterk in hun toezicht- en toelatingseisen. De Belastingdienst heeft geen wettelijke bevoegdheid om taxaties af te wijzen puur op basis van de herkomst van de taxateur, zolang het rapport voldoet aan de eisen voor objectiviteit en onderbouwing.
5. Systematische vertekening van BPM-taxatiewaarden
Bij BPM-taxatie ontstaat een waarde die afwijkt van de pure handelsinkoopwaarde, omdat:
- Uitgangspunt is de laagst vindbare handelswaarde in een koerslijst.
- Hierop worden herstelkosten in mindering gebracht.
- Dit leidt tot een netto BPM-waarde die lager ligt dan de bruto handelsinkoopwaarde en geenszins de werkelijk betaalde inkoopprijs reflecteert.
6. Conclusie: Laat u niet sturen, maar verdedig uw rechten
De Belastingdienst past nudging toe om autobedrijven richting minder gunstige BPM-methodes te sturen. Door strategisch te handelen, kritisch te blijven op taxaties en gesprekken met de Belastingdienst goed vast te leggen, kunnen autobedrijven sterker staan in BPM-geschillen en hun fiscale positie optimaal benutten.
Laat u niet onnodig afschrikken, maar verdedig uw rechten met feiten, wetgeving en rechtspraak. Zorg ervoor dat u zich bij gesprekken met de Belastingdienst laat bijstaan door een jurist of BPM-deskundige en stel als voorwaarde dat het gesprek wordt opgenomen, bijvoorbeeld met Fireflies.AI, om een objectieve en controleerbare verslaglegging te waarborgen.