ARNHEM – “Een lage BPM? Dan zal het wel een schadeauto zijn.” Het is een uitspraak die steeds vaker terugkomt in de media. Maar klopt die veronderstelling wel? Nee. Die is niet alleen feitelijk onjuist, maar ook juridisch ondeugdelijk én stigmatiserend voor duizenden bonafide autobedrijven, taxateurs en consumenten. Tijd voor helderheid.

 

📰 Tendentieuze berichtgeving zaait onterechte twijfel

Recent verschenen op Autovisie.nl en Telegraaf.nl artikelen die de suggestie wekken dat importauto’s met een lage BPM automatisch verdacht zijn:

Deze publicaties brengen het publiek een vertekend verhaal. Er wordt gesteld of sterk gesuggereerd dat een lager BPM-bedrag per definitie duidt op schade, of zelfs op gesjoemel. Alles wordt op één hoop gegooid: import = lage BPM = schade = fout.

Dat is niet alleen een tendentieuze redenering, het is feitelijk én juridisch simpelweg onjuist.

 

⚖️ Lage BPM = lagere waarde. En dat is legaal

Wie een gebruikte auto importeert, betaalt in Nederland BPM op basis van de actuele waarde van het voertuig. Is die waarde lager, dan is de BPM dat ook. Logisch, wettelijk toegestaan en in veel gevallen zelfs verplicht. En dat die waarde lager is, kan vele oorzaken hebben:

  • Leeftijd

  • Kilometerstand

  • Minder gewilde uitvoering

  • Marktontwikkelingen

  • Óf schade – maar dat hoeft dus niet

En ook: een vergelijking met soortgelijke, al eerder geregistreerde voertuigen in Nederland die óók een lagere BPM hadden. Veel van die auto’s zijn nooit schadeauto’s geweest, maar hadden gewoon een lagere handelswaarde. De BPM wordt daar terecht op afgestemd.

Een lage BPM zegt dus helemaal niets over verborgen schade. Het zegt alleen iets over een lager waardeverloop. En dat is hoe het systeem hoort te werken.

 

📜 Europees recht beschermt juist de importeur

Volgens artikel 110 van het Verdrag betreffende de Werking van de EU (VWEU) mag Nederland bij de registratie van een gebruikte auto niet méér BPM heffen dan het restbedrag dat nog besloten ligt in de waarde van een vergelijkbare auto die al in Nederland geregistreerd is.

Het Hof van Justitie van de EU heeft dit meerdere keren bevestigd (denk aan Nunes Tadeu, Siilin, X, Nádasdi/Németh). Ook de Hoge Raad volgt deze lijn (bijv. HR 2024:147).

En dat betekent dus: als er in Nederland al soortgelijke voertuigen geregistreerd zijn met een lage BPM, dan mag bij import geen hogere BPM worden geheven. Dat is géén “trucje”, maar een juridisch recht. Taxatie of koerslijsten worden daarbij gebruikt als wettige methoden om dat eerlijk vast te stellen.

 

🧾 Taxatie: geen misbruik, maar waarborg tegen overbelasting

Een BPM-taxatierapport is een wettelijk toegestaan instrument. Wordt een auto getaxeerd op een lagere waarde – om welke reden dan ook – dan leidt dat tot een lagere BPM. De taxateur vergelijkt daarbij met soortgelijke voertuigen in Nederland. Als die lagere BPM hadden, dan mag dat bij import ook. En nogmaals: die vergelijkingsauto’s zijn niet per se schadeauto’s. Integendeel.

Het is daarom volstrekt onjuist om importauto’s met een lagere BPM direct als “schadeauto” te bestempelen. Dat is framing. En dat schaadt niet alleen bedrijven, maar ook consumenten die simpelweg een nette gebruikte auto importeren.

 

🕵️‍♂️ En als er dan écht iets mis is? Dan is dat aan de Belastingdienst

Als een BPM-bedrag écht onterecht laag is vastgesteld, dan is het aan de Belastingdienst om dat te controleren en te corrigeren. Maar laten we wel zijn: jarenlang heeft de fiscus zelf structureel te weinig toezicht gehouden op BPM-aangiften. Die handhavingsachterstand is een bekend probleem – en komt níet door de taxateur die netjes binnen de regels werkt.

Nu, jaren later, het gevolg daarvan afschuiven op een hele beroepsgroep (importeurs, taxateurs) is niet alleen onterecht, het is gemakzuchtig.

 

💬 Commercieel motief achter het frame?

Het valt op dat sommige partijen er baat bij lijken te hebben om importauto’s in een negatief daglicht te zetten. Het frame “alles met lage BPM is fout of schade” draagt onmiskenbaar bij aan het idee dat alleen de binnenlandse voorraad – vaak verkocht via aangesloten merkdealers of belangenpartijen – nog “veilig” is.

Dat komt weinig sjiek over.

Want wie écht het belang van de consument centraal stelt, legt het systeem eerlijk uit, benoemt de nuances en waarschuwt alleen waar nodig – niet bij voorbaat.

 

📌 Wat wél klopt:

  • Lage BPM ≠ zeker niet altijd een schadeauto

  • Lage BPM = lagere waarde (legitiem onderbouwd)

  • Taxatie is een wettige methode om dat te bepalen

  • Europese én nationale rechters staan dit toe

  • Vergelijking met reeds geregistreerde auto’s met lage BPM is verplicht

  • Framing van parallelimport als “fout” dient commerciële belangen – geen juridische of fiscale waarheid

 

✍️ Conclusie: tijd voor feiten, niet voor framing

Importauto’s met een lage BPM zijn niet per definitie schadeauto’s. Dat beweren is juridisch onjuist, economisch oneerlijk en maatschappelijk schadelijk. Media en brancheorganisaties moeten stoppen met ongenuanceerde bangmakerij en hun verantwoordelijkheid nemen.

📣 De BPM is ingewikkeld – maar dat is nog geen excuus voor misleiding.